Direct naar de inhoud

 

Stakingen, rellen en burgerlijke onrust vormen een steeds reëler risico. De frequentie en ernst neemt toe, ook op plekken waar het risico voorheen klein was.’

Ron Verhulsdonck, Country President Benelux, Chubb 

Van de gele hesjes in Frankrijk tot de avondklokrellen in Eindhoven en de zeer recente anti-regeringsprotesten in Sri Lanka. We hebben allemaal kunnen zien hoe allerlei vormen van klein en groot molest kunnen uitmonden in langdurige onrust. Ook op plekken in de wereld waar dit voorheen veel minder frequent voorkwam, zoals in Europa. 

We zien dat bedrijven in de landen om ons heen steeds meer oog hebben voor molest als risico. In de Benelux wordt het echter vaak nog gezien als een ver-van-je-bed-show. Om eerlijk te zijn, maak ik me daar zorgen over. Want het is een misverstand: ook Nederlandse en Belgische bedrijven kunnen schade ondervinden – en ondervinden schade - als gevolg van stakingen, rellen en burgerlijke onrust. Er is dan ook een reële mogelijkheid dat veel bedrijven onvoldoende gedekt zijn voor dit soort schade. 

Dat komt onder andere omdat de definities van dit soort dreigingen de afgelopen jaren veranderd zijn. Zo is de perceptie van wat een terroristische daad is bijvoorbeeld beïnvloed door aanslagen zoals die op ‘9/11’, waarbij een erkende terroristische organisatie met een duidelijke politieke of religieuze ideologie verantwoordelijk is voor een specifieke actie of gebeurtenis. Bovendien zijn de grenzen tussen de verschillende definities vervaagd en is burgerlijke onrust door de aard alleen al moeilijk te categoriseren. Dit maakt bewijslast moeilijk, zeker als de individuen of groepen die materiële schade veroorzaken de verantwoordelijkheid niet opeisen en hun beweegredenen onduidelijk blijven. 

Bovendien kunnen de interpretaties van bepaalde definities verschillen. Wanneer gaat het om een rel of opstootje (klein molestvormen), wanneer om binnenlandse onlusten of oproer (groot molestvormen) en wanneer om terrorisme? En wat is het verschil tussen dekking voor politiek geweld en dekking voor terrorisme? Als je je daar niet van bewust bent, kan dat tot problemen leiden als er een claim wordt ingediend. Dit werd pijnlijk duidelijk na de Thaise protesten in 2010: die begonnen met een reeks politieke protesten, maar liepen uit op een langdurige en gewelddadige confrontatie tussen de demonstranten en het leger. Ook bedrijven liepen daarbij aanzienlijke schade op. Omdat er geen nauwkeurig omschreven polisdefinities van ‘terrorisme’ of ‘burgerlijke onrust’ waren, ontstond er discussie over de precieze oorzaak van de schade. Ook was er vanwege overlappende polissen onduidelijkheid over waar claims thuishoorden. Sommige polishouders bleken dubbel verzekerd te zijn, anderen bleken juist helemaal geen dekking te hebben.

Schade als gevolg van een incidenteel relletje of opstootje (een vorm van klein molest) is meestal wel gedekt binnen de traditionele brandpolis in Nederland. Maar als het geen incident meer is, kan het gezien worden als binnenlandse onlust, oftewel groot molest. En dit is uitgesloten op de meeste brandpolissen. Het is bovendien mogelijk dat niet alle vormen van gevolgschade gedekt zijn. Bijvoorbeeld wél dekking voor schade aan de eigendommen van een organisatie, maar niet voor bedrijfsonderbreking. 

Verder zien we vaak dat rellen gepaard gaan met plunderingen. Denk aan de avondklokrellen in Eindhoven, of aan de rellen in Engeland in 2011 waarbij er gewelddadige confrontaties waren tussen honderden relschoppers en de Engelse politie. Er werden op grote schaal vernielingen aangericht én er werden winkels geplunderd. Die schade werd daar echter uitgesloten, waardoor de betreffende bedrijven met een flinke schadepost bleven zitten. Het is dus bijzonder belangrijk om na te gaan of plunderen wordt gedekt, en zo ja, onder welke voorwaarden.

Stakingen, rellen en burgerlijke onrust vormen een steeds reëler risico. De frequentie en ernst neemt toe, ook op plekken waar het risico voorheen klein was. Het is belangrijk dat je voorbereid bent als organisatie. Dat je het risico in kaart hebt gebracht, weet dat je adequaat verzekerd bent en dat claims snel behandeld kunnen worden. Besteed er dus aandacht aan. Wij delen graag onze kennis, bijvoorbeeld in dit uitgebreide artikel in Beursbengel, dat laat zien hoe het risico op klein en groot molest zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, hoe het risico toeneemt en welke gevolgen dat heeft voor hoe verzekeringspolissen worden opgesteld. 


Ron Verhulsdonck is Country President Benelux, Chubb

Juridisch inzicht - definities van terrorisme

In het Verenigd Koninkrijk wordt 'terrorisme' in artikel 1 van de Terrorism Act 2000 gedefinieerd als het plegen van of dreigen met daden met het doel de regering (of een internationale gouvernementele organisatie) te beïnvloeden of om het publiek of een deel van het publiek te intimideren om een politieke, religieuze, raciale of ideologische overtuiging onder de aandacht te brengen. De 'daad' moet gepaard gaan met ernstige geweldpleging tegen personen of goederen, personen in gevaar brengen of een serieuze bedreiging vormen voor de openbare gezondheid of veiligheid.

De definities van 'terrorisme' in verzekeringspolissen komen meestal overeen met die uit artikel 1 van de Terrorism Act 2000. Deze definities ontstonden na de aanslagen van 11 september 2001; ze moesten breed genoeg zijn om opkomende terrorismedreigingen te dekken, maar de focus lag op eenmalige aanslagen zoals die van ‘9/11’. De reikwijdte van de definitie van terrorisme uit artikel 1 en veel verzekeringspolissen kan echter ook van toepassing zijn op gewelddadige acties die worden ondernomen om een zaak onder de aandacht te brengen, zoals in de casestudy's in dit rapport wordt beschreven. Dat komt omdat de definities zich richten op terreurdaden in plaats van de handelingen van terroristen.

Het is zeker denkbaar dat de definitie van 'terrorisme' in verzekeringspolissen verder moet worden ontwikkeld. Anders kunnen ook gewelddadige acties die plaatsvinden in het kader van verder legitieme zaken worden aangemerkt als 'terreurdaden', wat verstrekkende politieke en sociale gevolgen heeft. Het onderscheid maken tussen geweldpleging en terrorisme blijft echter een uitdaging.